– Wilt u weten wat wel of niet mag in uw tuin?
– Vraagt u zich af hoe het bestuur van de vereniging geregeld is?
– Of wilt u gewoon weten wat de regels voor de bebouwing op de percelen is?
Raadpleegt u dan onze statuten of het huishoudelijk reglement.
Kalium, stikstof, fosfor en magnesium zijn de 4 elementen die in de moestuin nodig zijn. Magnesium is een minerale voedingsstof die zich ook heel sterk maakt voor bladgroen, goed voor alle bladgewassen dus. Naast deze stoffen hebben planten sporenelementen nodig. Sporenelementen zijn kleine percentages metaal, noodzakelijk voor de ontwikkeling.
De schijf van 3: de NPK-formule;
N = nitrogenium = stikstof Stikstof is de belangrijkste voedingsstof voor planten. Zonder stikstof groeien planten namelijk niet. Het is nodig voor de vorming van bladeren die zonlicht in voedsel omzettenen dat vraagt veel stikstof. Het zorgt ervoor dat bladeren groen worden en maakt in de plant nieuwe cellen aan.
P= fosfor Fosfor is belangrijk voor de wortels en de bodemstructuur. Die wortels zorgen ervoor dat ze voedingsstoffen en water opnemen uit de grond. Rond de wortels van planten zit een samenlevingsvorm van specifieke bacteriën met goede schimmels. De nuttige schimmels halen mineralen uit de bodem en beschermen de plant tegen ziekteverwekkers. Door de voedingsstoffen die ze van planten krijgen vergroten ze het bereik van de plant via de wortels.
K= kalium Kalium is de regelaar en transporteur van planten. Het houdt zich bezig met een aantal processen: van het maken van bladgroen tot het transporteren van voedingsstoffen. Bovendien maakt het de celwanden van de plant steviger en sterker en zorgt het voor een goede wateropname, energievoorziening en vochthuishouding. Kalium is ook verantwoordelijk voor de vorming van bloemen en vruchten. Kalium bevat een ongevaarlijk percentage zout maar voorkomt daardoor ook dat planten bevriezen in de winter. De plant wordt hierdoor vorstbestendiger. Kalium is goed voor het verminderen van de gevoeligheid van gewassen voor droogte of het beperken van schade door sommige schimmelziekten. Daarnaast zorgt Kalium voor verbeterde kwaliteit eigenschappen zoals smaak, kleur en geur van diverse producten.
Groenbemesters Groenbemesters helpen je tuin aan biomassa. Nadat het groeiproces beëindigd is wordt het onder de aarde geschoffeld voor een betere vruchtbaarheid van de bodem. Hiermee breng je organische stoffen in de grond, inclusief de voedingsstoffen die ze van zichzelf hebben. Groenbemesters zorgen dat belangrijke stoffen zoals stikstof niet uit de grond gespoeld worden, omdat dat door hun wortels wordt vastgehouden. Na het afsterven wordt het gewoon weer aan de bodem teruggeven. En de grond…die wordt hierdoor weer voorzien van organisch materiaal, waar bacteriën en schimmels mee aan de gang gaan en dat weer omzetten in waardevolle voedingsstoffen. Sommige groenbemesters maken hele lange wortels, die op hun beurt ook weer zorgen voor een goede doorvoer van vocht, lucht en voedingsstoffen. Het beschermt de grond tegen erosie en onderdrukken ze de groei en opkomst van onkruid. Het is dus aan te bevelen om aan het einde van het seizoen de tuin winterklaar te maken met groenbemesters. In de loop van de winter zullen sommige soorten het vergaan, waarna het bij de start van het nieuwe seizoen makkelijk te verwerken is.
Goede groenbemesters zijn:
gele mosterd (Sinapis alba)
winterkoolzaad (Brassica napus)
rode klaver (Trifolium pratense)
witte klaver (Trifolium repens)
veldbonen (Vicia faba)
luzerne/alfalfa (Medicago sativa)
fenegriek (Trigonella foenum-graecum.
winterrogge (Secale cereale)